Twee zones, drie strippen
John Zeg, jij reist toch wel eens met de tram? Heidi Elke dag, zowat. John Kun jij me dan eens uitleggen hoe ik die strippenkaart moet gebruiken? Heidi De strippenkaart? Weet je dat niet? John Nee, ik ga nooit met de tram. Heidi Kom je nooit in de stad, dan? John Nee, bijna nooit. En als ik de stad in ga, dan ga ik met de auto. Heidi Maar dan betaal je een fortuin aan parkeergeld! John Ja, inderdaad. Daarom neem ik vanavond dus een keer de tram. Heidi Je gaat de stad in vanavond? John Ja, ik ga wat eten met iemand van m'n werk. Heidi Leuk. Nou, let op. Je moet eerst uitzoeken hoeveel zones je reist. Dat kun je zien op de plattegrond bij de tramhalte. John En elke zone is één strip? Heidi Ja, maar je moet daar altijd nog een strip bijtellen. Dus als je twee zones reist, is dat drie strippen. John En die moet ik alle drie stempelen? Heidi Nee, je stempelt alleen de laatste strip. Kijk, je vouwt de kaart en duwt hem in de automaat. Die stempelt dan bovenop de strip. John Ah. Ik snap het. Bedankt! Heidi Graag gedaan. En veel plezier vanavond!
Lession anteriour Lession seguiente
Dutchification- Nederlandse Aaftaalingers Platina van Meer