12.1 Reflexive Verbs -
Wederkerende werkwoorden:
verbs that are always reflexive and verbs that
may be reflexive.
Always reflexive: eg. zich
schamen (to be ashamed)
Conjugation of "zich
schamen": ik schaam me; jij
schaamt je; hij schaamt zich; zij schaamt zich; wij schamen
ons; jullie schamen je/jullie; zij schamen zich.
Other verbs in this category are:
zich vergissen - to err,
make a mistake zich herinneren
- to recall zich verbazen - to
be surprised zich verheugen -
to rejoice, to look forward to zich
haasten - to hurry
Verbs that are often reflexive are:
zich scheren - to shave
zich ergeren - to be irritated
zich bezeren - to hurt
(oneself)
Schrijfoefening 1. 
Translate into English:
1. Hij schaamt zich voor zijn gedrag (behavior). 2.
Ik herinner me zijn naam niet meer. 3. Zij verbaasden
zich over het mooie weer. 4. Sommige mensen scheren zich
's avonds, andere 's morgens. 5. Heb je je geergerd aan
mijn opmerking (remark)? 6. Wij verheugen ons op de
zomervakantie. 7. Ik verbaas me over je vraag. 8.
Waarom haasten jullie je zo? 9. Het kind bezeerde zich
aan een stukje glas. 10. Ik denk dat je je vergist.
Schrijfoefening 2. 
Translate into Dutch:
1. We must hurry! 2. When do you always shave? 3.
She was surprised about how late it was. 4. They were
irritated. 5. 00 am. 6. I remember that evening in
May. 7. I think (that) you are making a mistake. 8.
He hurt himself when he fell. 9. Are you (pl.) looking
forward to the end of the year? 10. Hannie didn't
remember the number of the page.
12.2 The Active and Passive Voice
- Actieve en passieve zinnen:
(Present Tense):
We always bake our bread early in
the morning. Wij bakken ons brood
altijd 's morgens vroeg.
Passive: Our bread is always baked early in the
morning. Ons brood wordt altijd 's
morgens vroeg gebakken.
Plural:
Active : They export these flowers five times a
week. Ze voeren deze bloemen vijf
keer per week uit.
Passive: The flowers are exported five times a
week. De bloemen worden vijf keer
per week uitgevoerd.
The `by'-phrase: Sometimes it is important to mention the
agent, the performer of the action, the real subject of the
sentence.
The Dutch equivalent of the English `by', in this
context, is `door' (not bij!)
Example: The flowers are exported by the grower.
(De bloemen worden door de kweker
geexporteerd.)
The book is written by a well-known author. (Het boek wordt door een bekende schrijver
geschreven.)
Schrijfoefening 3. 
Rewrite the following sentences in the Passive
Voice. (in English)
1. The students learn all the new words. 2. In The
Netherlands they make good cheese. 3. They pump the
water out of the polders. 4. The men repair the roads.
5. In Eindhoven they make the best TV's in the world.
6. You must translate this sentence. 7. The Dutch
grow beautiful flowers. (to grow - kweken) 8. They send
them to New York by plane. 9. In the stores they sell
them the same morning. 10. Everybody admires this
product.
Schrijfoefening 4. 
Vertaal de bovenstaande zinnen in het
Nederlands.
[repair - repareren; road -
weg; roads - wegen; the world - de wereld; to grow (flowers) - (bloemen) kweken; beautiful - prachtig; by (plane) - per (vliegtuig); to sell - verkopen; the morn- ing - de morgen; product - (het) produkt; everybody - iedereen; to admire - bewonderen.
Schrijfoefening 5. 
Translate the passive sentences into Dutch.
Adjectives formed from verbs: In order to change a verb
into an adjective, -ing is added to the verb in English,
eg.: `to fly' - a flying object; `to read` - a reading
person. The equivalent of `-ing' in Dutch is `-d(e)' which is added to the
infinitive: vliegen(to fly) -
een vliegend voorwerp(object);
`lezen' - een lezende persoon.
12.3 New words - Nieuwe woorden:
Nederlands |
English |
al |
already |
aller(nieuwste) |
very (newest) |
de boter |
the butter |
de communicatie |
the communication |
de correspondent |
the correspondent, agent |
de expositie |
the exposition |
de fabriek |
the factory |
de industrie |
the industry |
de kaas |
the cheese |
de schotel |
the saucer |
de vertegenwoordiger |
the representative |
elektronisch |
electronical(ly) |
exporteren |
to export |
het apparaat |
the apparatus |
het bedrijf |
the company |
het ei |
the egg |
het fruit |
the fruit |
het moederland |
the motherland |
het produkt |
the product |
het vaderland |
the fatherland |
het zuivelprodukt |
the dairy product |
huishoudelijk |
domestic |
namelijk |
namely |
tevreden |
satisfied, happy |
uitvoeren |
to export |
vliegen |
to fly |
zaken doen |
to do business |
12.4 Men's talk -
Mannenpraat:

Cor: Hoe lang
heb je nog vakantie? Vader: Nog twee
weken. Cor: Ben je
tevreden met je nieuwe baan? Vader: O ja, zeer tevreden.
Cor: Krijg je dan veel
meer geld? Vader: Nee,
helemaal niet veel, maar het werk is wel veel interessanter.
Cor: Is het veel anders
dan je vorige baan? Vader:
Ja. Ik moet nu veel reizen en dat vind ik erg prettig.
Cor: Kom je ook een keer
naar Amerika? Vader: Ik
denk het wel; misschien over een paar maanden al. Cor: En komen Gerda en de
kinderen dan ook? Vader:
Gerda wel, maar de kinderen waarschijnlijk niet, die
moeten naar school. Ik blijf misschien wel een maand. Ik
moet namelijk naar New York, naar Colorado en naar
Californie. Cor: Dat is
leuk. Wat kom je eigenlijk doen? Vader: Je weet natuurlijk dat
Nederland veel industrieprodukten uitvoert, ook naar
Amerika. Ik moet zaken doen met onze correspondenten in jouw
nieuwe vaderland. Cor:
Wat wordt allemaal naar Amerika uitgevoerd? Vader: Bedoel je door Nederland
of door ons bedrijf? Cor:
Ik bedoel eigenlijk door jullie bedrijf maar ik wil ook
wel graag weten wat allemaal door mijn oude vaderland - of
is het moederland? - uitgevoerd wordt. Vader: Wij exporteren alleen
groente en fruit en zuivelproduk- ten, maar Nederland voert
natuurlijk ook veel industrie- produkten uit. Ik ben
vertegenwoordiger voor de zuivel- produkten zoals boter,
kaas en eieren. Cor: Wat
voor industrieprodukten voert Nederland uit? Vader: Ben jij al in Eindhoven
geweest? Cor: Vroeger
wel, maar waarom vraag je dat? Vader: Je weet misschien dat daar
een van de grootste fabrieken in de wereld staat waar
elektronische apparaten gemaakt worden. Cor: Ik wist wel dat daar een
grote fabriek was maar niet dat het een van de grootste in
de wereld was. Vader:
Ja, dat is zo. Cor:
Kan je die fabriek ook bezoeken? Vader: Waarschijnlijk wel, maar ik
weet dat ze een permanente expositie hebben die dagelijks
door honderden mensen bezocht wordt. Het gebouw lijkt op een
heel grote vliegende schotel en het heet `Evoluon'; ik ben
er al een paar keer geweest. Cor: Dat wil ik ook graag
zien. Vader: We kunnen
morgen gaan, als je wilt. Dan kunnen we de allernieuwste
communicatie- en huishoudelijke elektro nische apparaten
zien die in de wereld gemaakt worden.
Schrijfoefening 6. 
Vertaal de bovenstaande tekst in het
Engels.
Schrijfoefening 7. 
Beantwoord de volgende vragen:
1. Hoe vindt Vader zijn nieuwe baan? 2. Doet hij
hetzelfde werk als in zijn vorige baan? 3. Wat moet hij
nu veel doen? 4. Moet hij misschien een keer naar
Amerika? 5. Welke staten van Amerika moet hij bezoeken?
6. Wie gaat met hem mee? 7. Welke produkten worden
door Nederland uitgevoerd? 8. Wat wordt door Vaders
bedrijf geexporteerd? 9. Wat voor produkt is kaas? 10.
Wat staat er in Eindhoven? 11. Wat wordt daar
gemaakt? 12. Hoe groot is de fabriek die in Eindhoven
staat? 13. Door hoeveel mensen wordt het Evoluon
bezocht? 14. Wanneer gaan de mannen misschien naar
Eindhoven? 15. Wat kunnen ze daar zien?
1. Hoe vind jij reizen? 2. Hoeveel staten van Amerika
heb je al bezocht? 3. Wat is jouw vaderland? 4. Welke
produkten worden door de Verenigde Staten uitgevoerd? 5.
Welke produkten exporteert Canada? 6. Exporteert Amerika
ook fruit? 7. Worden er zuivelprodukten uitgevoerd door
Amerika? 8. Heb je het Evoluon al gezien? 9. Welke
elektronische apparaten gebruik je thuis? 10. Waar
worden ze gemaakt?
Lession anteriour
Lession seguiente
Dutchification- Nederlandse Aaftaalingers Platina van Meer
|