learn to speak Dutch
heading

Lesson 6

 

 


Oefening 1

1

Mnr. Van Dam moet vandaag werken.  

Mnr. Van Dam moest vandaag werken.  

2

Hannie wil haar vriendin bezoeken.

Hannie wilde haar vriendin bezoeken.

3

Zij kunnen uren lang over jongens praten.

Zij konden uren lang over jongens praten.

4

De student moet veel boeken lezen.

De student moest veel boeken lezen.

5

Zij mag niet thuis blijven.  

Zij mocht niet thuis blijven.  

6

Wim en zijn vriend willen naar Engeland gaan.

Wim en zijn vriend wilden naar Engeland gaan.

7

Jij zult niet veel met je neef praten.

Jij zou niet veel met je neef praten.

8

Wij willen zaterdags niet studeren.

Wij wilden zaterdags niet studeren.

9

Zij zullen veel van Nederland en België zien.

Zij zouden veel van Nederland en België zien.

10

Cor kan de auto van Mnr. Van Dam gebruiken.

Cor kon de auto van Mnr. Van Dam gebruiken.

11

Als je hier wil wonen, moet je veel geld hebben.

Als je hier wilde wonen, moest je veel geld hebben.

12

Wim mag de auto van vader lenen zodra hij kan rijden.

Wim mocht de auto van vader lenen zodra hij kon rijden.

13

Ik kan je niet goed verstaan.

Ik kon je niet goed verstaan.

14

Als je vroeg wil komen, mag je meegaan.

Als je vroeg wilde komen, mocht je meegaan.

15

Wim moet Frans leren want hij wil naar Parijs gaan.

Wim moest Frans leren want hij wilde naar Parijs gaan.

16

Vandaag willen wij geen huiswerk hebben.

Vandaag wilden wij geen huiswerk hebben.

17

Als de Amerikaanse familie hier is, moet ik veel Engels praten.

Toen de Amerikaanse familie hier was, moest ik veel Engels praten.

18

Aangezien hij in Amerika woont, kan hij alles betalen.

Aangezien hij in Amerika woonde, kon hij alles betalen.

19

Terwijl de vrouwen wandelen, kunnen de mannen de afwas doen.

Terwijl de vrouwen wandelden, konden de mannen de afwas doen.

20

Omdat je me zo goed geholpen hebt, mag je vanavond naar de film gaan.

Omdat je me zo goed geholpen hebt, mocht je vanavond naar de film gaan.

21

Ik kan niet in zo'n grote auto rijden.

Ik kon niet in zo’n grote auto rijden.

22

Zij zegt dat zij vanmiddag niet veel wil eten.

Zij zegt dat zij vanmiddag niet veel wilde eten.

23

In Nederland mag je niet voor je eenentwintig bent rijden.

In Nederland mocht je niet voor je eenentwintig bent rijden.

24

Iemand klopt aan de deur. Wie kan dat zijn?

Iemand kon aan de deur kloppen. Wie kon dat zijn?

25

Het werkwoord moet altijd voor of achter het onderwerp staan.  

Het werkwoord moest altijd voor of achter het onderwerp staan.  


Oefening 2

Visit from America

Henk:
Do you know what mother is saying?
Wim:
No, what is she saying?
Henk:
She says that we might get a visit from America.
Wim:
When did she say that?
Henk:
This morning! She has had a letter from her brother in Michigan.
Wim:
I didn’t know that we had relatives in America!
Henk:
Yes, she has a brother in Michigan. He is married and they have two children: a boy of sixteen and a girl of fourteen.
Wim:
What are they called?
Henk:
The boy is called Jim and the girl is called June.
Wim:
When are they coming?
Henk:
I don’t know. I think in the summer when it is warm.
Wim:
What do they want to do in the Netherlands?
Henk:
I don’t know. I think they want to see a lot. The children have never been to Europe.
Wim:
We can go to Germany with them.
Henk:
Yes, but they have to see a lot of the Netherlands first.
Wim:
We can go to our relatives in Friesland.
Henk:
Yes, and I want to go to town with Jim. I would like to go to the Rijksmuseum with him.
Wim:
Can they understand Dutch?
Henk:
Uncle Cor can understand everything of course but the children probably cannot.
Wim:
I can teach June some Dutch. I hope that she is somewhat nice.
Henk:
Why only June ? Why can’t you teach Jim it?
Wim:
Oh yes, I can do that too.
Henk:
We have to make a lot of plans.
Wim:
We are not allowed to drive father’s car.
Henk:
Why not?
Wim:
You know that I don’t have a driver’s license yet! I am not allowed to drive yet.
Henk:
When will you get your driver’s license?
Wim:
As soon as I have enough money.
Henk:
Perhaps our American relatives want to pay for that since all Americans are rich!

Oefening 3

1

Ze heeft aan Henk verteld dat ze misschien bezoek uit Amerika krijgen.

She told Henk that they might get a visitor from America.

2

Nee, hij wist dat nog niet.

No, he did not know that yet.

3

Moeder heeft het vanmorgen verteld.

Mother has told about it this morning.

4

Ze heeft een brief van haar broer in Michigan gekregen.

She has received a letter from her brother in Michigan.

5

Hij woont in Michigan.

He lives in Michigan.

6

De Amerikaanse familie komt in de zomer.

The American relatives are coming in the summer.

7

Ze komen in de zomer omdat het dan warm is.

They are coming in the summer because it is warm then.

8

Ze willen waarschijnlijk in Nederland veel zien.

They probably want to see a lot in the Netherlands.

9

Nee, Jim en Jan zijn nog nooit in Nederland geweest.

No, Jim and Jan have never been in the Netherlands.

10

Ja, Wim wil met de familie naar Duitsland gaan.

Yes, Wim wants to go with their relatives to Germany.

11

Nee, hij wil dat ze veel van Nederland zien.

No, he wants them to see a lot of the Netherlands.

12

Henk wil in Amsterdam naar het Rijksmuseum gaan.

Henk wants to go to the Rijksmuseum in Amsterdam.

13

De kinderen verstaan waarschijnlijk geen Nederlands.

The children probably don’t understand Dutch.

14

Jazeker. Oom Cor verstaat Nederlands.

Of course. Uncle Cor understands Dutch.

15

Ja, Wim wil Jan Nederlands leren.

Yes, Wim wants to teach Jan Dutch.

16

Hij wil Jim ook Nederlands leren.

He also wants to teach Jim Dutch.

17

Wim mag niet met Vaders auto rijden omdat hij geen rijbewijs heeft.

Wim is not allowed to drive his father’s car since he doesn’t have a driver’s license.

18

Wim krijgt zijn rijbewijs zodra hij genoeg geld heeft.

Wim is getting his driver’s license as soon as he has enough money.

19

Henk denkt dat alle Amerikanen rijk. zijn

Henk thinks that all Americans are rich.

20

De Amerikaanse familie moet Wims rijbewijs betalen.

The American relatives have to pay for Wim’s driver’s license.



Lession anteriour       Lession seguiente


Dutchification- Nederlandse Aaftaalingers                   Platina van Meer